Verlichting

Iedere avond als ik thuiskom tref ik een blij makende verrassing aan. Het is al donker in de tuin, maar de vlam brandt. Het is een piepklein zonnepaneel in een soort nepwaxientje dat ik in een ouderwets windlicht heb geplaatst. Deze lantaarn met stralende inhoud staat onder de vijgenboom.

Een compact reservoir dat de nog zeldzame zonnestralen van de dag opslurpt. Dat licht wordt zorgvuldig gebruikt, zodat het gedurende de halve nacht de donkere tuin in zal schijnen. Als de zon weer opkomt kan het lollige lichtspel van geven en ontvangen opnieuw beginnen.

Tijdens de natuurkundeles leerden we vroeger dat er geen energie verloren gaat. En nu begint dat onderwijs eindelijk begrijpelijk en aanschouwelijk te worden. Er huist gulle wijsheid in mijn piepkleine zonnepaneel. Het lichtje wil ons zeggen dat we alles wat we geïnd hebben voor de volle honderd procent weer door kunnen geven. Zonder het gevaar uitgeput te raken.

Maar alleen al iets ontvangen vinden we vaak lastig. De vraag in het vertrouwde lied ‘Hóe zal ik u ontvangen?’ is een zinnige. Knijpen we onze ogen meestal gegeneerd dicht als we wat krijgen? Of durven we het licht gulzig in ons op te nemen? Klagen we graag dat er hier bijna nooit zon is? Het zonnepaneeltje straalt iets heel anders uit. Verlichting schuilt in een klein hoekje. In dit geval onder de vijgenboom.

 
   « Artikelen overzicht