Zomers inzicht

‘Hoe vervelend je situatie ook is, er zijn heel veel mensen op de wereld wier gebeden verhoord zouden lijken als ze met je konden ruilen.’

Dat zegt de Amerikaanse neurowetenschapper en filosoof Sam Harris. De wereld is verrast over ’s mans recente ‘bekering’. Ontpopte hij zich ooit als fel atheïst in boeken als ’The end of faith’, tegenwoordig heeft hij het zachte kronkelpad van de spiritualiteit ontdekt. Zelf is hij daar nuchter over: ‘Spiritualiteit gaat over de aard van het menselijk bewustzijn. Dat is gekoppeld aan wetenschap: je kunt er immers onderzoek naar doen. Religie gaat echter verder en doet alsof ze kennis bezit over de aard van de kosmos of het ontstaan van het leven.’

Interessant dat deze wetenschapper door middel van meditatie op het spoor gekomen is van het onderzoek naar bewustzijn. Als alle gedachten en gevoelens er mogen zijn en niet worden onderdrukt of weggehoond, blijken ze van zeer tijdelijke aard. Wat overblijft is puur gewaarzijn en dat kan ons intens gelukkig maken. Dat ervaart de neurowetenschapper inmiddels aan den lijve .

Ik vind zijn pad intrigerend. De weg naar het meditatiekussen is overigens eindeloos lang, zo weet ik uit ervaring. Het vraagt elke dag weer om een keuze. Maar de beloning van het ‘zitten’ blijft niet uit, al komt die in fasen. Zo ben ik intussen aardig bevrijd van mijn eigen schreeuwlijke stemmen. Maar nu begint het me op te vallen dat het niet meevalt om ook het oordeel van de tetterende buitenwereld uit te zetten.

‘Waar ga je heen?’, vroeg iedereen als ik zei dat ik wel vier weken vakantie had. Deed ik iets verkeerd? Ben ik een saaie muurbloem? Ik ging nergens heen en het was verrukkelijk.

Zo heb ik mijn broers in die maand heerlijk uitgebreid kunnen spreken. Toen ik tegen hen zei dat de wereld denkt dat zij met hun gezin gelukkig zijn en ik in mijn stokoude vissershut zielig, moesten ze lachen. Ze weten wel beter…

Raar dat die stem van de buitenwereld zich nog zo in m’n hoofdkantoor doet gelden. En dat ik dan vooral de negatieve boodschappen hoor. Terwijl ik toch ook naar de krachtige stem van mijn vader zou kunnen luisteren, die altijd zegt: ‘ Tel uw zegeningen’ . En daar in één adem aan toevoegt: ‘Die zijn niet te tellen.’ Het is nog maar een half jaar geleden dat hij zijn oudste zoon heeft verloren.

(Column voor Volzin)

 
   « Artikelen overzicht