Belangrijk

‘Urgente zaken zijn zelden belangrijk en belangrijke zaken zijn zelden urgent.’ Aldus de Amerikaanse generaal en president Eisenhower. Het Eisenhower-kwadrant is een van de bekendste modellen voor timemanagement. Door het invullen van een eenvoudig schemaatje kom je er snel achter wat je onmiddellijk moet doen en wat zonde van je tijd is. Zie internet.

Erg handig, maar hoe definieer je het begrip belangrijk?

Bij de televisie hebben we een oud-collega teruggevraagd. Ze is al over de zeventig, maar ze blijkt onmisbaar te zijn voor ons levensbeschouwelijke programma De Verwondering. Natuurlijk is ze vereerd, maar in haar opgelopen wijsheid houdt ze toch de boot af. Daarbij verwijst ze naar mijn ouders. Die zullen wel weten wat ze bedoelt, schrijft ze me. Als je ouder wordt en dierbaren verliest, blijkt je tijd kostbaar en word je zuinig op jezelf.

Mijn vader zegt inderdaad dat hij tijdens het klimmen der jaren steeds minder zin heeft in verplichtingen die de buitenwereld hem oplegt. In mijn oren klinkt dit als verlichting. Bovendien heb ik die eigenschap nu al van hem geërfd, dus mij hoor je de onmisbare ex-collega niet uitfoeteren.

Toch blijft de vraag wat echt belangrijk is. Wat doet er werkelijk toe?

Een collega die nog volop in z’n kracht en ambitie bivakkeert weet het wel: ‘Mijn kinderen zullen straks aan mijn graf staan, mijn kijkers niet.’

Volgens mij weten we niet wie er bij ons graf zal staan. Of er überhaupt iemand komt treuren. Maar moeten we wat belangrijk is afmeten aan verwachte resultaten?

Die gedachte over ons graf doet me aan vroeger denken, toen je je andijvie niet lustte. Veel moeders zeiden dan: ‘Als je je bord niet leeg eet, krijg je geen toetje.’ Dat vond ik altijd erg gemeen voor de andijvie. Het leek op het vijfde gebod: ‘Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE uw God geeft’.

Zijn we niet in staat om zonder een wenkende beloning onze ouders en kinderen te eren?

Vandaag ontmoet ik Henk van Os, voormalig directeur van het Rijksmuseum. Wat was voor hem belangrijk? ‘Vierhonderd medewerkers bij hun naam kennen’, antwoordt hij. Waarom? Om de gevierde leider te zijn? Want dat was hij. Van Os lacht: ‘Waarom? Nergens om. Ik hield gewoon van ze. Blijkbaar moest het namen noemen gewoon gedaan worden.’

(Column voor Volzin)

 
   « Artikelen overzicht