Broer

Toen ik Friesland doorkruiste voor Mijn Pelgrimspad werd ik voortdurend aangeklampt door mensen die vroegen of ik een zus ben van Wim Schrijver. Vervolgens brak men dan uit in gejubel over zijn schrijfstijl en zijn charme. Zijn ontelbare stukken voor de Leeuwarder Courant waren niet alleen informatief, maar ook bijzonder troostend, zo maakte ik op uit de reacties van zijn fans. Het verbaast me niets. Door onze opvoeding met bijbel en Donald Duck hebben we alle vijf een taaltic opgelopen van jewelste. Snedige knapen, die vier broers van mij. Ik herinner me dat mijn moeder J.p.plots een leesbrilletje droeg. Waarop puber Wim met zijn bekende diepe stem informeerde of dat serieus bedoeld was. ‘Ja’, zei m’n moeder opgetogen: ‘Ik kan opeens het Nederlands Dagblad weer lezen.’ Wim gromde: ‘Dan moet ik ook zo’n bril.’
Wim en ik hebben als kind een keer de krant gehaald omdat we wekelijks zo’n bizar grote hoeveelheid boeken in en uit de bibliotheek sleepten. Beetje type muurbloem, dat wel. Mijn vader P.j. zou zeggen: ‘Met een boekje in een hoekje.’
Nu heeft Wim zijn laatste stuk geschreven. Men feliciteert hem hartelijk met zijn ‘pensioen’ en informeert belangstellend wat hij nu denkt te gaan doen. Maar Wim heeft een erfelijke longziekte waardoor hij volledig is afgekeurd. Dat overkwam ook onze broer Beert die op z’n 54e is overleden. Ik ben zo trots dat die briljante journalist mijn broer is, en sinds ik m’n stoute wandelschoenen aantrok voor dat rondje Friesland weet ik dat ik bepaald niet de enige ben die van hem geniet.

 
   « Artikelen overzicht