Bus
Midden op een onverzoenlijk nieuwbouwplein ligt een gewezen kerstboom. Weggesmeten en vergeten. Treuriger aanblik ken ik niet. Toegegeven, het is geen kind of dier. Maar toch. Achteloosheid is niet om aan te zien. Hoe komt dat toch? Het goede nieuws is dat je wel gemotiveerd raakt om uit te kijken naar het tegenovergestelde. Mijn zoektocht naar nabijheid is in volle gang. Terwijl de lente nog moet komen, liggen de volle vruchten voor het oprapen. Als je er tenminste oog voor en lol in hebt. Een heerlijke verse hobby. Twee Poolse mannen komen een ruit zetten. Ze vragen in het Engels of ik het goed vind dat ze onderling Pools praten. Verrast door deze beleefdheid, zeg ik dat dat natuurlijk prima is. ‘You are very kind’, antwoorden ze. Vervolgens blijkt er universeel veel te lachen te zijn. Ook in de bus is nabijheid heel gewoon. Als ik het te koud vind voor de fiets en toch geen zin heb in de bubbel die we auto noemen, stap ik in het streekvervoer. Tot m’n verbazing kijkt haast niemand op z’n foon. De chauffeur spreekt ons vaderlijk toe en m’n jonge buurman vertelt over zijn kappersdroom. Hij ontroert me. Plots begrijp ik de pijn die ik voel rond achteloosheid. Het is zelfafwijzing. Dat wat je aan je kerstboom doet, doe je aan jezelf. En nabijheid heelt onze ziel.