Drempel

Terwijl ik aanbel, besef ik dat de drempel voor me de eerste van vele is. Een verrassend leuke man opent de deur. Helaas zit zijn dienst erop. Maar het wisselen van onze wacht is al inspirerend. Hij vertelt dat hij normaal gesproken nogal aanwezig is. Hier in het hospice zegt hij op iedere kamerdrempel tegen zichzelf dat het niet om hem draait. Dit inzicht helpt hem zo, dat hij altijd opgeladen en vervuld naar huis fietst. Ook vertelt hij dat hij in iedere stervende een licht ziet opgaan. We zijn geen stof, maar licht. Wordt dit mijn pinksterervaring? De apostelen kropen tevoorschijn vanachter hun luiken van angst. Ik kom onder mijn stolp van interviewer vandaan. Door beroepsdeformatie ben ik bijna gaan denken dat ieder mens een opstandingsverhaal heeft. Maar kan ik ook nabij zijn als een mens woorden noch uitzicht heeft? Durf ik de drempel over van de naaktheid, de kwetsbaarheid, het verval en het einde? Ik heb geen idee wat me allemaal te wachten staat, maar wie heeft dat wel? Is ieder leven niet één grote hordeloop? In kamer vier ligt een hoopje mens verschanst in bed. Deze vrouw heeft een heel zwaar leven geleid. Ik mag haar te eten geven. Deze eerste kamerdrempel lijkt onneembaar, maar er eenmaal overheen gestapt zie ik een oud kind met haar pluchen knuffel. Geen stof, maar licht.

 
   « Artikelen overzicht