Duurzame Donald
‘Eén big is geen big, twee big is al iets op zich, drie big is prach-tig.’ Deze gulzige oneliner is afkomstig van de Grote Boze Wolf. Toen ik nog in de windselen lag las mijn vader ons de Donald Duck voor en nu ik de jaren des onderscheids ruimschoots bereikt heb, bezit ik uiteraard een abonnement. Over duurzaamheid gesproken. Niet voor niets heet mijn verrukkelijke poezenviervoeter Wolfje, naar de zoon van die grote. Duurzaamheid, het is me wat. En tegelijk zo onthutsend eenvoudig. Wie een snoepje pakt wil er meestal nog een. Of een sigaret, bankbiljet, borrel, tweede minnaar, -big of -huis. Onze gretigheid is onstilbaar. Dat lijkt het slechte nieuws. Maar iedereen heeft alles al. Van cadeaus geven is de lol af. Het goede nieuwtje: tevredenheid is oneindig bevredigend. En bovendien duurzaam. Eten uit eigen moestuin, elke dag weer vol verwondering zijn wat de natuur nu weer schaft, ik kan er geen genoeg van krijgen. Genieten van eigen huis en haard, met aandacht scheiden van afval, niet vliegen omdat het niet hoeft, nooit meer in de file omdat thuiswerken helemaal hot is. Vroeger vreesde ik dat ik een saaie muurbloem was, nu blijkt mijn innige tevredenheid reuze hip en nodig. Mijn oogverblindend mooie grootmoeder droeg haar lievelingsjurken gerust een jaar of vijftig, want ‘alles wordt weer mode, kind.’ Duurzaamheid avant la lettre en met de paplepel, mijn beker vloeit over.