Eenvoud

Probeer eens een antwoord te krijgen op de vraag waar je ten diepste naar verlangt.

Misschien lukt dat niet meteen. Dan kan de vraag helpen waar je als kind van genoot. Waar smulde je van toen je nog klein was? Misschien hield je van knutselen, lezen, alleen zijn. Dikke kans dat je van je oude liefhebberij nu enorm zal opknappen.

Met m’n klusjesman zit ik te genieten van de gulle herfstzon. Tot mijn verrassing biecht deze hippe bink op dat hij nog steeds verlangt naar Swiebertje.

Ik krak bijna door de half vergane rieten stoel. Als ik iemand al m’n hele leven op handen draag is het die zwerver van weleer. Naar Saar en haar keuken met zwartwittegels verlang ik. Naar Swiebs hooiberg onder Gods ruime hemelrond. Naar Malle Pietje en zijn witte vogel.

De klusjesman heeft flink veel berkenhout afgeleverd. Voor m’n houtkachel. Een pannetje water blijkt er binnen de kortste keren van aan de kook te raken. Hoe eenvoudig kan het leven zijn. Groenten in de tuin, hout, pan op de kachel.

De klusjesman oppert blij dat die kachel de perfecte manier is om draadjesvlees te stoven. Net als toen.

Nu gaat hij Swieb spelen door de houtblokken onder het afdakje in de tuin te stapelen.

Ik speel Saar en bedenk hoe vreemd het is dat ik me niets knussers kan voorstellen dan een pruttelend stoofschoteltje op berkenhout, maar dat ik al jaren geen kapotgemaakt rundvlees meer verdragen kan.

Hoezeer ik ook verlang naar toenemende eenvoud, mijn leven lijkt toch ingewikkelder te zijn geworden dan dat van Saartje. Hoe kan dat? Zij was toch mijn rolmodel?

 

Maar de tijden, dat zijn wij, zei kerkvader Augustinus lang geleden al. Wij zijn de wereld op drift, de angst voor het onbekende, het drama van de vluchtelingen, ons niet-weten, de voortschrijdende herfst.

Ik staar in het vuur en hoor mijn jeugdheldin Saar zacht vragen: ‘Waar genoot je als kind van?’

Van jou, prevel ik. Heel eenvoudig. Van jouw liefde ten opzichte van wie jouw keukendeur ook maar opentrok.

In haar aangeharkte dorp flirtte Saar openlijk met die bepaald niet ingeburgerde landloper Swieber. Wat hield ik van hun waaghalzerij!

Waar genoot ik als kind van? Van uitburgeren! Net als Saar! Open die keukendeur! Weg met de angstige spelregels van de veldwachter. Ik gooi hout in de kachel en zie de vlammen dansen.

En Saartje? Saartje lacht.

(Column voor Volzin)

 
   « Artikelen overzicht