Godzoekertje spelen

Eerst was er alleen maar God en Die verveelde zich. Dus wilde Hij graag verstoppertje spelen en daarom bedacht Hij de schepping om zich in te verbergen. Dat deed God zo goed, dat Hij nu al miljarden jaren zoek is. En de wetten van het verstoppertjesspel eisen dat God intussen wel gezocht moet blijven worden. Gelukkig vindt Hij Zichzelf zo langzamerhand terug in jou en in mij.

Zo legde de filosoof Alan Watts aan zijn kinderen uit wie God is.

Mooi beeld. God is dus te vinden in onszelf. En in de ontmoeting.

‘Bron van Zijn die ik ontmoet in wat me ontroert. Ik geef je een naam opdat ik je een plaats kan geven in mijn leven.’

Ontroerd durven raken tijdens een ontmoeting, zonder weg te kijken of snel weer naar je masker te grijpen. Leeg, oordeelloos luisteren en kijken, ik heb geprobeerd er mijn vak van te maken.

Maar soms doet het betreden van die sacrale ruimte van de nabijheid ook pijn. Dat is als die plek ontheiligd wordt door onzorgvuldigheid of innerlijke afwezigheid van de spreker die ik probeer te horen of te zien.

In Mattheus 18:20 staat dat waar twee of drie in Zijn naam aanwezig zijn, God in hun midden is. Helaas is dus niet iedere ontmoeting in Zijn naam, zo dacht ik tot nu toe.

Maar als we Watts durven geloven, dan heeft God zich te goed verstopt. Misschien is Hij radeloos. Wellicht moet ik veel geduldiger zoeken en ontvangen. Ook als een ontmoeting in het geheel niet geïnspireerd lijkt. Als God al zoveel eeuwen verdwaald is, wie ben ik dan om ongeduldig ontmoedigd af te haken tijdens een zogenaamd mislukt samenzijn?

Laten we God opgraven in de harten van mensen, schreef de jonge Etty Hillesum al zo prachtig in haar dagboek tijdens de Twee Wereldoorlog.

De oude kerkvader Augustinus zag het als een hoog gebod: Eert in elkander God.

Anders raakt Hij echt onachterhaalbaar zoek.

En Etty Hillesum deed de verdwaalde God de trouwste belofte die Hij ooit hoorde: ‘Ik zal jou helpen God, dat Jij het niet in mij begeeft.’

(Column voor Bres)

 
   « Artikelen overzicht