Kruid en gedierte

De mens is eenzaam, las ik net in een boek van Lieke Marsman, omdat de dieren niets zeggen, het gegil in slachthuizen even buiten beschouwing latend. ‘We zetten ons af door al die zwijgende natuur om ons heen te vernietigen, als een wanhopige geliefde die maar niet wordt terug ge-sms’t en het in het café op een zuipen zet.’ Ferme taal. Ik laat het boek zakken en kijk rond in de tuin. De geschiedenis leert dat we verslaafd zijn aan onze eigen vingerafdruk. Hoe zou de aarde erbij liggen als we niets zouden manipuleren? Als we de planten onbepoteld lieten en de dieren onbevangen…Intussen zie ik dat er rond de klinkers heel wat schalks groen opduikt. Vroeger noemde men dat onkruid, maar daar ben ik mee opgehouden. Iedere spriet draagt bij aan het herstel van moeder aarde. En onkruid is tenslotte maar een oordeel. Nou ja, zo onschuldig is zo’n woord natuurlijk niet. Hoe makkelijker we het woord ongedierte in de mond nemen, hoe gewoner we het vinden dat dier te mishandelen. Ik trek hier en daar toch een grasspriet tussen de stenen vandaan en zie dat er een paar verdwaalde mieren weghollen. Geknield verkeer ik hier met schaars geworden kruid en gedierte. In de 19e eeuw zei G. Gezelle het al: ‘Mij spreekt de blomme een tale.’ Wie luistert hoeft nooit eenzaam te zijn.

 
   « Artikelen overzicht