Levensgeest

Na Pinksteren is het op theologisch feestgebied een hele tijd rustig. Niet erg, dacht ik vroeger. Want het verhaal in het Bijbelboek Handelingen pepert ons stevig genoeg in dat we net als de apostelen vanachter onze luiken van angst vandaan moeten kruipen. We kunnen aan het licht komen en ons laten inspireren.

Geen overbodige boodschap, want we lijken wel verslaafd aan elkaar ontmoedigen en daar krom van gaan lopen. Bij de omroep galmen nog steeds de vijf niet uit te roeien mantra’s: ‘kan niet, mag niet, hebben we al geprobeerd, is te duur, daar ben ik huiverig voor’ door het Gooische lover.

Maar dat angstzweet lijkt ook een landelijke kwestie te zijn. Een bekend dirigent vertelde me onlangs dat hij tijdens zijn reformatorische opvoeding de boodschap meekreeg: ‘koop maar geen huis of auto, want daar krijg je schulden van.’

Die mare komt me angstaanjagend bekend voor: ‘wat moet jij nou met een boormachine?’

Is het mogelijk die overmoedige, aanstekelijke Pinkstergeest van doe-het-maar-lekker-wel blijvend te laten waaien waarheen zij wil? Is zij zo sterk dat ons ontmoedigingsbeleid vlam vat en verteren zal? Kan zij ons aanvuren tot levenskracht? Tot vanochtend dacht ik dat het haar zou lukken. Tot ik de verpakking van mijn nieuwe elektrische tandenborstel openmaakte: ‘lees voor gebruik eerst de bijsluiter’.  Eigenlijk weet je dan al genoeg, maar ik ben hardleers. De bijsluiter bleek uit drie hoofdstukjes te bestaan: ‘Gevaar. Waarschuwing. Pas op’.

Pfff, weg overmoedige levensgeest. Het is maar goed dat er hulptroepen bestaan. Bijvoorbeeld in de vorm van exotische inzichten. Neem nu deze boeddhistische: ‘als iemand een pijl op je afschiet, doe een stapje opzij’.

Dus als je wordt uitgescholden, vat het dan niet persoonlijk op, maar denk alleen: ‘wat een opmerkelijk harde stem’.

Zelf wapen ik me tegen ontmoediging-van-buitenaf altijd met de zen-gedachte over de lege boot. Als je de rivier oversteekt en er botst een lege boot tegen je roeiboot,  zul je je niet aangevallen voelen. Maar als er een man in die botsende schuit zit, heb je meteen de neiging hem de schuld te geven. Wanneer je de rivier oversteekt en je eigen boot kunt leegmaken, zal niemand zich tegen je keren of je kunnen ontmoedigen.

Waarschijnlijk heeft die Pinkstergeest dat door en kan ze daarom zorgeloos blijven waaien waarheen zij wil.

(Column voor Volzin)

 
   « Artikelen overzicht