Nu ik hier toch ben

Een zeer geliefde vriend bukte zich ooit moeizaam om zijn veters te strikken. Toen het klusje geklaard was bleef hij voorover gebogen zitten en kreunde amechtig: ‘Nu ik hier toch ben, kan ik nog wat oprapen?’ Zelfspot is deze man niet vreemd. Een onweerstaanbare eigenschap. De laatste tijd komt die zin van hem steeds bij me boven. ‘Nu ik hier toch ben.’ Het roept iets kwieks op: ‘Nu ik hier toch ben kan ik net zo goed die doos mee naar beneden nemen.’ ‘Nu we er toch zijn kunnen we net zo goed de vluchtelingen uit Griekenland ophalen.’ Nu we toch het levenslicht zien is er werk aan de winkel. Ik bevind me momenteel in Den Haag. Nu ik hier toch ben kan ik naar die unieke tentoontelling in het Mauritshuis. Bewonderen mag ook. Hollandse meesters uit Britse landhuizen zoals Cuyp, Rembrandt en Steen. Kunstenaars die wereldwijd vermaard zijn om hun vermogen het licht te vangen. Ik sta voor het topstuk: ‘Gezicht op Dordrecht vanuit het Noorden’. Albert Cuyp schilderde het rond 1655. Het is avond. Schepen voor anker. Ik zie mensen op boten en op het land die hun gezicht allemaal naar het avondlicht wenden. Ontroerend. Ook hier valt iets op te rapen. Een beeldschoon advies uit 1655: nu het licht er toch is kunnen we ons er net zo goed door laten kussen.

 
   « Artikelen overzicht