Ontgijzeld

Wij leerden hele bijbelgedeeltes uit ons hoofd. Als je vroeg waar dat goed voor was, overal waar je keek lag immers wel een Bijbel voor het grijpen, kwam er weleens een merkwaardige verklaring. Het was in de tijd van de beruchte treinkaping. Stel, jij zat in die trein. Zonder heilig boek. Dan was het toch fantastisch als je ter troost voor jezelf wat teksten paraat had. Later hoorde ik dat kinderen in een communistisch milieu ook zulke scenario’s voorgeschoteld kregen. Ik ben nooit gegijzeld. Althans, niet door een gezamenlijke vijand. Maar die teksten draag ik al een heel leven mee. Oude woorden die door hun vertrouwdheid betekenis krijgen. Onlangs kwam de opmerkelijke zin in me op: ‘Voor God kun je je niet verbergen.’ Ik had geen idee waar die woorden vandaan kwamen en liet ze zachtjes met me mee reizen. Nu ben ik met mijn vader bij de uitvaart van zijn laatste zus. Mijn vader blijft als enige van negen kinderen achter. En daar is de ontroerende psalm 139. Uit het hoofd geleerd. Maar daar komt ‘ie: ‘Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen?’ Nu snap ik die woorden. Ik heb geprobeerd mijn verlangen naar vrijheid weg te moffelen, me aan te passen aan situaties waarin ik me gegijzeld voelde. Maar ik kan me niet langer verbergen. Hier ben ik.

 
   « Artikelen overzicht