Rode Autootjes

Onlangs vertelde ik al dat ik klaagde op het sterfbed van mijn rijpe concertvriend. Op ja, ik lag lekker knus naast hem. Dat ik in geval van crematie zijn graf niet kon bezoeken. Hij antwoordde prompt dat ik hem wel zou weten te vinden. Die voorspelling komt telkens uit. De laatste tijd verschijnt hij in rode autootjes. Die zie je nog zelden op de weg. De meeste mensen rijden tegenwoordig in een donker rijtuig, maar tijdens deze bewolkte winterdagen neem ik nu met grote regelmaat rode autootjes waar. Zijn knipoog. Vooral de achterkant van die rode vervoermiddelen spreekt me aan. Dat zit zo: als ik naar onze uitspanning fietste waar we gezamenlijk de maaltijd zouden gebruiken kwam het regelmatig voor dat hij mij in zijn rode duiveltje inhaalde. Hij zag mij vaak niet fietsen, maar ik op mijn beurt had wel de rode achterkant van zijn auto in de smiezen. ‘Hij is op weg naar mij!’, dacht ik als ik achter hem aanfietste. Die voorpret was haast nog heerlijker dan het gezamenlijke uitje zelf. Als ik die zin in mezelf zeg hoor ik er zelfs Bach bij. Nu de rode autootjes niet aan te slepen zijn bedenk ik dat we deze verrukkelijke liefdesbelofte gul door kunnen geven: ik zal er voor je zijn. Trek je harnas maar vast uit, ik ben op weg naar jou.

 
   « Artikelen overzicht