Schort
Misschien komt het door mijn moeder. Toen ik richting conservatorium vertrok, sprak zij: ‘Als het oorlog wordt, doe je gewoon een schort voor.’ Die zin is blijven hangen. Sindsdien hoor ik bij verpleegkundigen een grondtoon van prettige zelfverzekerdheid. Alsof ze zich voortdurend bewust zijn van hun eigen vermogen tot helend handelen. Ook bij de deskundigen in het hospice waar ik tegenwoordig vrijwilligerswerk doe, valt me die aangename kordaatheid op. Kennelijk wil ik daar ook wat van. Ondertussen word ik aan die sterfbedden geconfronteerd met alle dingen die ik niet kan. Nog niet kan. Vandaag krijg ik antwoord op de vraag waarom ik zo wonderbaarlijk getrokken word naar zaken die me boven de pet gaan. Bij de KRO-NCRV krijgen we een opwindende les van de beroemde hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder. Dat is in het kader van de vrijwilligersactie Lief Gebaar. Hij vertelt dat pogen en trachten enorm goed voor onze hersenen is. Ook als we ergens tegenop zien en het toch doen, krijgt ons brein een geweldige oppepper. En iets betekenen voor een ander legt niet alleen verbindingen met onze naaste, maar ook in onze hersens. Goed tegen dementie. Ooit vatte Huub Oosterhuis de Bijbel samen met: ‘Doe goed, heb lief’. Geestig dat de logica van de Bijbel nu ook wetenschappelijk wordt erkend. Ondertussen doe ik mijn innerlijke schort voor, grinnikend om mijn pogen en trachten.