Soeplepel
Indertijd leek het alsof we het puur voor de lol deden. Nu zie ik de schranderheid ervan in. Als wij vroeger in altijd zeer grote getale bij mijn grootouders aan tafel zaten, sprak mijn oma na het openingsgebed en het uitdelen van de soep: ‘Heeft eenieder?’ Dan antwoordden wij in koor: ‘Eenieder heeft!’ Pas nu zie ik dat dit een ritueel is wat ons hielp om de buitengewone situatie echt tot ons door te laten dringen. Daar zaten we dan aan de dis bij die twee unieke mensen, met het dampende voedsel altijd in schalen opgediend. Verwondering is mij met de soeplepel ingegoten. Die heldere aanwezigheid had ik van de week goed kunnen gebruiken. Op mijn verjaardag stond in alle vroegte een van mijn broers voor de deur. Met een blad boordevol verrukkelijke ontbijtspullen en lieve cadeautjes van zijn geliefde. Zo had hij in de mist de lange reis van Friesland naar het Gooi afgelegd. Ik was zo stomverbaasd, dat de omvang van de verrassing pas tot me door drong toen mijn broer weer weg was. Nogal verontrust over mijn late reactie, informeerde ik bij m’n jongere collega’s of ze dit secundaire gedrag herkennen. Ze bevestigden dit. We zijn niet meer gewend aan het onverwachte, wisten zij te vertellen. Gaan we aan werken. Gelukkig doe ik lekker lang met de napret. Heeft eenieder? Ik zeker!