Toespraak bij de vredesdienst voor dieren

‘Wat vindt u van de westerse beschaving?’ vroeg men Gandhi ooit. Hij antwoordde: ‘Dat lijkt me een heel goed idee.’ Wat onze omgang met dieren betreft leven we nog steeds in een achterlijke wereld. Het is naast mensenrechtenverklaringen toch allang tijd voor de ‘Verklaring van de Rechten van Lijdende Wezens.Niets in de wereld maakt mij zo des duivels als minachting voor dieren. Die verontwaardiging dank ik bepaald niet aan ons protestantse erfgoed. Want in de kerk leerden velen dat het vliegend, kruipend en zwemmend gedierte alleen bedoeld was voor ons vertier. De mens was immers de kroon op de schepping. Ik had een Damascus-ervaring nodig om wakker te worden, je weet wel, dat je zoals Paulus van je paard af wordt geslingerd en dan ineens beseft dat alles anders is dan je altijd dacht. Dat gebeurde mij tijdens een warme nacht, onder een ontzagwekkende sterrenhemel in Zuid-Frankrijk. Hier gaat de vergelijking verder mank, want ik heb nog nooit paard gereden. En ik lag bovendien al op de grond. Met mijn hoofd buiten mijn tentje. Ik keek naar boven en raakte onmiddellijk buiten adem. De schepping duizelde mij en alles kantelde voorgoed.

Plots begreep ik dat ik er niet toe deed. Ik was een stofje in een oeverloos heelal. Dat was geen angstaanjagende ervaring. Wel eenzaam. Helend. En bovenal levens-veranderend. Eerst keerde ik tot stof. Toen ik daar weer uit wist te krabbelen, leek ik sprekend op de rest van de schepping. Ik was een uitingsvorm van een Mysterie, naast al die andere manifestaties van datzelfde Mysterie.

Maar het misverstand dat de mens de kroon op de schepping is blijft maar bestaan. Kijk, als we alleen elkáár bevechten en dwars zitten, dan kan ik best minzaam begrip opbrengen voor ons wederzijdse onvermogen. Maar de achteloze arrogantie waarmee we dieren bejegenen….die maakt dat het voortdurend rood voor mijn ogen wordt. Bovendien ben ik te lafhartig om verslagen van dierenmishandeling onder ogen te zien. Ik ben dus woedend, laf en machteloos: dat zijn bepaald geen vruchtbare emoties waar ik trots op kan zijn. Er valt niet eens energie uit te winnen.

Maar daar word ik voor behandeld. Door mijn viervoetige huisgenoot. Twee jaar geleden smeet iemand hem uit een rijdende auto. In Spanje. Waarschijnlijk omdat hij zwart is. Ze zijn daar nog bijgeloviger dan hier. Wolfje (zo heet dit katertje, genoemd naar mijn Donald Duckheld, de zoon van de grote boze wolf)….Wolfje was pas een paar dagen oud –een piepklein wurmpje dus- en was zeker gestorven als een vrouw zijn val niet had gezien en hem mee naar huis had genomen. Met een flesje hield ze hem in leven. Wolfje opende haar ogen voor het dierenleed in Spanje. Inmiddels heeft ze ontelbaar veel straatdieren gered. Wolfje was haar eerste flessenkitten en is zo de grondlegger van een hele beweging geworden. Brengt een zwarte kat ongeluk? Het tegendeel blijkt het geval.

Ik weet het, deze dienst gaat over dieren in de bio-industrie die het licht nooit zien. Wolfje heeft het licht wel gezien. Ja, ik voel me altijd een tikje egoïstisch als ik van mijn kater geniet. Mag ik dit ene schepsel koesteren?

Maar gisteravond toen ik aan deze dienst dacht, keek Wolfje me verwonderd aan en ineens ging ook mij een licht op: wie één onschuldig wezen doodt vermoordt de hele mensheid, staat in de Koran. Wie één leven redt behoudt allen, zegt de Talmoed. Natuurlijk! Wolf helpt me uit m’n machteloosheid! Zeg nou zelf: hoe heerlijk is het je enorme overschot aan liefde te geven aan dat ene schepsel dat nu toevallig in je schuitje klimt. ‘Je hebt dat mij gedaan’, zou Jezus zeggen. Ik kan helaas geen miljarden vernederde dieren uit de bio-industrie redden, maar wel die ene omhullen. Ons machteloos mededogen kan worden omgevormd tot een intieme tango met onze naaste, mens en dier. Laten we zwieren tot heel de schepping danst.

Iedereen die een persoonlijke relatie aangaat met een dier (of is het andersom? Wolfje is naar mij toegevlogen uit Spanje) weet wat ik bedoel: hoe diepgaander je je met een dier verbindt, hoe ontzagwekkender zijn mysterieuze intelligentie blijkt. Bioloog Frans de Waal zegt dat wij niet slim genoeg zijn om waar te nemen hoe slim dieren zijn. Zo hoorde ik laatst op de autoradio het volgende nieuws:

‘De inktvis haalt van ver halve kokosnoten, zodat hij zich er, in tijden van gevaar, onder kan verschuilen.’ Maar de geleerden pikken dit nieuws niet, aldus het bericht, want: ‘nog nooit heeft een wetenschapper geloofd dat een lagere diersoort vooruit kan denken.’ Wee ons domme superieure zelfbeeld.

Ik vraag me wel af waarom we uberhaupt hogere en lagere diersoorten onderscheiden, en waarom de ene soort dan leuker of belangrijker zou zijn dan de andere. Zelf vind ik bij voorbeeld domme mannen ook best leuk, hoewel ik wel mijn grensjes heb als die president van een land worden. Zelfs de on-aaibaren hebben wel wat. Terwijl wij volgens recent onderzoek dieren die wij niet aaibaar vinden best willen laten uitsterven. Enge spinnen bij voorbeeld of gladde kikkers. Ik ben niet zo’n heilig boontje dat ik afgrijzen voor griezelige dieren niet snap.Maar er zijn toch ook een hoop gladde kikkers en on-aaibare spinnen in de mensenwereld. En dat mag zeker allemaal wel…

Ik heb mijn collega’s van het tv-programma ‘De Verwondering’ nu wél zover gekregen dat ze de insecten die voor de camera zweven niet meer dood meppen. Hoewel ik ze dan wel zie denken dat ik ze zie vliegen. En in deze tijd van plofkippen en kiloknallers vraag ook ik me vaak af of ik gek ben. Is mijn oeverloze knuffelbehoefte naar binnen geslagen? Heeft mijn kinderloze moederliefde hysterische vormen aangenomen? Maar als ik de dierenvrienden om me heen gade sla, zoals hier vanmiddag, neemt mijn gevoel van eigenwaarde altijd weer wat toe.  Als ik al gek ben, dan ben ik dat niet alléén. 

Onlangs vertelde de Vlaamse kerkjurist en politicus Rik Torfs me tijdens een interview deze ervaring uitzijn kindertijd: Zijn buurman was boer en hield zoveel van zijn koeien, dat hij ze altijd streelde en verwende. Maar toen zijn dieren werden ingeladen in de veewagen die ze naar de slachtbank bracht, keek die boer met droge ogen toe.Door dit verraad brak Riks onschuld. Een paar weken geleden vertelde filosoof en ecoloog Matthijs Schouten me een soortgelijke jeugdervaring. Het is een opluchting om intellectuelen zulke taal te horen bezigen. Ook troost het mij te lezen dat Leonardo da Vinci al rond 1500 regelmatig gekooide vogels op de markt kocht en ze weer vrij liet. Net als Franciscus deed en boeddhistische lama’s nog steeds doen. Da Vinci is zo’n beetje de eerste vegetariër van de moderne tijd. Van dat wereldberoemde universele genie is de uitspraak: ‘In mijn jonge jaren al heb ik het eten van vlees afgezworen en eens zal er een tijd komen dat mensen het doden van een dier zien zoals het doden van een mens.’ Leonardo’s voorspellingen over vliegtuigen en boormachines zijn al uitgekomen.Maar die andere profetie? Ik droom over een tijdperk waarin een wakker geworden generatie zo over ons zal spreken: ‘Zij wisten niet wat zij deden. Vergeef het hun. Als deze lieden werkelijk hadden beseft wat ze anderen aandeden, was het niet in hun hoofd opgekomen. De mensen waren toen niet slecht, maar onwetend.’

Zover is het helaas nog niet. Om moedeloos van te worden. ‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’, vroeg Gerard Reve. Mijn avondgebed was en zal blijven: ‘Moge mededogen de wereld omhullen.’ Ja serieus, bidden helpt! Het tovert geen ideale wereld tevoorschijn maar bidden verandert in ieder geval mezelf. Angst is bevroren liefde en tijdens mijn avondgebed smelt die angst als ijs in een rivier van liefde. Laten we ons warme hart open houden, zachtmoedige moed bijeen rapen, en blijven geloven dat er een tijd zal komen waarin ‘de westerse beschaving’ méér zal zijn dan alleen maar een goed idee.

 
   « Artikelen overzicht