Vieren

Als mijn ruimdenkende grootmoeder iets kritisch zei, maakte dat indruk voor het leven: ‘Wat nemen jullie gemakkelijk het woord ellende in de mond’, sprak ze ooit aan tafel. De wereld achter die opmerking liet zich raden. Ik zal ‘m nooit meer vergeten. Ook haar dochter, mijn moeder kan er wat van: ‘Het wordt tijd dat het weer oorlog wordt’. Dat zei ze als wij kinderen ergens ontevreden over waren en begonnen te klieren. Tegenwoordig denk ik vaak dat ze gelijk heeft. Is de mens wel gebouwd op voorspoed? Terwijl onze veerkracht na tegenspoed, tijdens de wederopbouw, onuitputtelijk bleek. Kunnen wij de zegen van langdurige vrede wel aan? Of is tachtig jaar te lang voor ons vermogen tot verwondering? Mijn vader vertelt dat hij in ‘zijn’ garnizoensstad Kampen bij de Canadese bevrijders mocht komen. De buurtkinderen kregen wittebrood met jam, een ongekende luxe. Oorlogsbrood moest je altijd voorzichtig in je mond rondschuiven alvorens te gaan kauwen, want er zat allerlei gesteente in. ‘Die eerste weken in vrijheid was heel Nederland in euforie. De kerken zaten stampvol met dankzeggende mensen die weer vrijuit het Wilhelmus durfden zingen. Ik heug het mij als de dag van gisteren!’ Zijn woorden ontroeren me. Mijn ouders hebben hun vermogen tot verwondering weten te behouden. Het is dus kennelijk mogelijk voor een mens om langdurig dankbaar te blijven. Laten we dat vieren.

 
   « Artikelen overzicht