Voederbak
Voor de Verwondering verdiep ik me momenteel in het gedachtengoed van een belezen geleerde. Kan best ontmoedigend zijn, want je verwondering kan door wetenschap een behoorlijke knauw krijgen. In het boek lees ik bijvoorbeeld dat jezelf voorliegen veel vaker voorkomt dan dat we een ander iets wijsmaken En dat veel drukknoppen op voetgangerslichten nep zijn, zodat de schijn van controle wordt gecreëerd. Deze onttoverde zinnen laten me lachen. Maar hoe moet dit een kerstcolumn worden? Het boek eindigt verrassend met de constatering dat de kwetsbaarheid van alles maakt dat het leven kostbaar is. Voilà. Ik zie die voederbak uit het Lucasevangelie voor me. En hoe God daarin terechtkwam toen Hij mens werd. Mijn overleden beste vriend zei ooit: ‘God is in levensgevaar. Vandaar die vlucht voor Herodes. Wij moeten Hem beschermen en koesteren.’ Hij maakte een kom van zijn handen en gebaarde naar mijn hart. Vieren we dat deze dagen? Ik pak het dagboek van Huub Oosterhuis. Met kerst schreef hij: ‘Er zal nooit, nergens een begin van redding zijn als niet tenminste één mens zegt ‘hier ben ik’ en ziende om zich heen zoekt of er nóg een is, nog twee of drie met vonken licht ‘hier ben ik’ in hun ogen.’ Menswording is dus een wonderbaarlijke combinatie van kwetsbaarheid en moed. Laten we onze weerloosheid vieren en tegelijk onverschrokken ‘hier ben ik’ zeggen.
