Wie is het?

Wie is het? Dat is de vraag die ik meeneem uit het afgelopen jaar. Een van onze Verwonderingsgasten die zich druk maakt over het lot van vluchtelingen bracht ‘m in. Als haar wordt verteld dat er iemand in een slaapzak op straat ligt, vraagt ze: ‘Wie is het?’ Nu ik die drie eenvoudige woorden op zak heb, valt me op hoe vaak ze van pas komen. Zo belandde mijn moeder met een herseninfarct in het ziekenhuis. Tijdens de ergotherapie voelde ze zich als een kleuter behandeld. ‘Waar denkt u dat de afwasborstel ligt? Gaat u de aardappels eens schillen!’ Ze nam de benen. Ja, die deden het gelukkig weer. Hoe geweldig de verpleging ook was, mijn moeder was gebaat geweest bij de vraag met wie men hier te maken had. Met een intelligente vrouw die haar hele leven hard gewerkt heeft. Toen ik haar moest vertellen dat men haar minstens twee weken naar een revalidatiecentrum wilde, zag ik verdriet. Wie is het, vroeg ik me plotseling af. Mijn getalenteerde, mooie moeder die veel geofferd heeft. Was ze van een andere generatie geweest, dan was ze ongetwijfeld een succesvol filmmaker geworden. Het was klaar met het voldoen aan andermans verwachtingen en regels. Wie is het? Een vrouw die naar huis wilde. Als twee stoute meisjes hebben we de daad bij de wens gevoegd. Haar eigen recoveryroom.

 
   « Artikelen overzicht