Zacht gezoem

Het lijkt wel een ondergronds genootschap. En dat wordt het ook zolang we achter onze hand blijven fluisteren. Maar ik heb nu eenmaal van luisteren m’n hobby gemaakt en vang het zachte gezoem van alle kanten op: velen van ons zijn stiekem opgelucht dat we niet meer verplicht hoeven zoenen. Het mag niet eens. Drie machteloze happen in de lucht terwijl je tegenstander er onwillig vanuit ging dat het er twee betrof, wie wil dat nog? En ook al ben ik zelf een vrouw, de keren dat een andere dame zich preuts afwendt als mijn mond haar wang probeert te bereiken doen me huiveren van eenzaamheid. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn geweest van de ongetwijfeld hartelijk bedoelde begroeting. Niet dat het virus veel kans krijgt tijdens het luchtkussen. Veel onhygiënischer is het handen schudden. Hoe vaak krijgen we niet de vijf van een man die net daarvoor nog even de ‘sik heeft verzet’ (uitdrukking van mijn plattelandsvriend). Om maar wat te noemen. Overal waar een hand kan komen is ‘ie ook geweest. Geestig dat een virus onze ogen opent: onze manier van groeten is vaak vies en meestal betekenisloos. Een van de belangrijkste levensbehoeften van de mens is gezien worden. Laten we elkaar voortaan in de ogen kijken en onze hand op ons hart leggen. Laten we bovengronds gaan en onze ontmoetingen bezielen.

 
   « Artikelen overzicht